10 februari 2022

Update belasting box III

Op 24 december jl. heeft de Hoge Raad geoordeeld dat de wijze van heffing in box III voor de jaren 2017 en 2018 in strijd is met het eigendomsrecht en discriminatieverbod. Volgens de Hoge Raad mag alleen het werkelijk rendement op het vermogen belast worden, maar er is niet aangegeven hoe dit precies moet worden bepaald. In reactie hierop heeft de Belastingdienst op 4 februari jl. uitspraak gedaan in de zogenaamde massaal bezwaarprocedures box 3 over de jaren 2017 t/m 2020.

Op 24 januari jl. is middels een kamerbrief van de staatssecretaris van Financiën gecommuniceerd dat de Belastingdienst tot nader order geen definitieve aanslagen oplegt in het geval belasting zou worden geheven in box III bij de specifieke belastingplichtige. Voor de voorlopige aanslagen geldt dat deze wel op de ‘gewone’ wijze worden opgelegd. Het zou dus kunnen zijn dat u, ondanks de recente kamerbrief van de staatssecretaris van Financiën, een voorlopige aanslag heeft ontvangen, dan wel gaat ontvangen, waarin belasting wordt geheven over uw vermogen in box III.

De Belastingdienst heeft op 4 februari 2022 uitspraak gedaan in de zogenaamde massaal bezwaarprocedures box 3 over de jaren 2017 t/m 2020 in reactie op een arrest van de Hoge Raad. In de uitspraak staat dat alle ruim 200.000 bezwaarschriften die bij deze massaal bezwaarprocedures horen, gegrond worden verklaard. Het is op dit moment nog niet duidelijk welke mensen geld terugkrijgen, hoeveel en wanneer precies. Dit is een ingewikkeld vraagstuk waar het kabinet zorgvuldig naar wil kijken. Doel is hierover te beslissen bij de Voorjaarsbesluitvorming die rond begin mei plaatsvindt. Het is echter nog onduidelijk of daar direct een oplossing uit voort komt. Wij volgen dit uiteraard op de voet.

Op het moment dat de gevolgen van het arrest van de Hoge Raad duidelijk zijn, zullen wij aangeven of het wel of niet raadzaam is actie te ondernemen voor de reeds opgelegde aanslagen.