Het is van groot belang om te weten wie er eigenaar is van het NSW-landgoed, aangezien alleen de eigenaar kan verzoeken om de NSW-rangschikking op grond van art. 2 lid 1 NSW. Rangschikking betekent dat een NSW-landgoed onder de bepalingen van de NSW valt. Het eigenaarsbegrip binnen de NSW wijkt af van het civiele begrip eigenaar en is nader omschreven in art. 1 lid 1 onderdeel b en in lid 3 NSW. Als deze artikelen samen worden gevat zijn er de volgende drie mogelijkheden om eigenaar te zijn van een NSW-landgoed:

de juridische eigenaar van een onroerende zaak welke niet is bezwaard met het beperkt recht van vruchtgebruik of erfpacht;
de vruchtgebruiker;
de erfpachter.

Bij de erfpachter geldt één uitzondering; indien het gaat om erfpacht van een perceel kleiner dan vijf hectare, zonder overdracht van economische eigendom aan de erfpachter, is niet de erfpachter eigenaar, maar wordt de hoofdgerechtigde (de blote eigenaar) aangemerkt als eigenaar voor de NSW. In de praktijk wordt dit geval “huurerfpacht” genoemd. In het geval dat een perceel kleiner dan vijf hectare is en de economische eigendom wel is overgedragen aan de erfpachter is de erfpachter eigenaar in de zin van de NSW. Voor percelen groter dan vijf hectare is de erfpachter altijd eigenaar in de zin van de NSW, deze uitzondering volgt uit art. 3a van het Rangschikkingsbesluit. In de praktijk worden deze situatie “eigendomserfpacht” genoemd.

Economische eigendom

Het is van belang goed op te letten wanneer er sprake is van economische eigendom in de zin van art. 1 lid 1 onderdeel c NSW. Degene die tenminste enig risico van waardeveranderingen draagt heeft de economische eigendom van het NSW-landgoed. Als een recht van vruchtgebruik of “eigendomserfpacht” op een perceel is gevestigd, is de bloot eigenaar geen eigenaar meer in de zin van de NSW. In geval het in “huurerfpacht” uitgegeven perceel kleiner is dan vijf hectare, is de bloot eigenaar wel eigenaar in de zin van de NSW.

Tot slot heeft de staatssecretaris van Financiën in een besluit uit 2011 aangegeven dat de bloot eigenaar ook recht heeft op de faciliteiten voor de schenk- erf- en overdrachtsbelasting, ex art. 7 jo 9a NSW. Het landgoed moet wel gerangschikt zijn ten name van de vruchtgebruiker of de erfpachter. Zodra de NSW-status vervalt, kan de bloot eigenaar geen gebruik meer maken van de faciliteiten.