27 januari 2023

Evaluatie bedrijfsopvolgingsregeling

De toekomst van de bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) is al enige tijd onderwerp van discussie. Onder de BOR kan een onderneming op fiscaal vriendelijke manier worden overgedragen naar de bedrijfsopvolger.

In het verleden werd voorgesteld om de BOR te versoberen of zelfs af te schaffen. De roep om afschaffing heeft te maken met een evaluatie door het Centraal Planbureau (CPB). De uitkomst van deze evaluatie is dat de BOR in veel gevallen niet of slechts gedeeltelijk noodzakelijk is voor de continuïteit van de onderneming.

Wat houdt de bedrijfsopvolgingsregeling en doorschuiffaciliteit in?

De BOR zorgt ervoor dat een onderneming overgedragen kan worden zonder fiscale belemmering. Er geldt een faciliteit voor de schenk- of erfbelasting bij verkrijging van ondernemingsvermogen. Tot zo’n € 1,2 miljoen is de erfenis of schenking belastingvrij, van het meerdere is slechts 17% belast.

De bedrijfsopvolger moet de onderneming wel 5 jaar voortzetten en moet het om een echt bedrijf (materiële onderneming) gaan. De inkomstenbelasting kent een doorschuifregeling (DSR) voor schenking of vererving van aanmerkelijkbelangaandelen of een IB-onderneming. Op grond van de DSR wordt de inkomstenbelasting niet geheven bij de overdrager, maar doorgeschoven tot het moment dat de bedrijfsopvolger de onderneming staakt of verkoopt.

Wetsvoorstel

In de komende maanden zal het kabinet bekijken of en welke aanpassingen van de BOR wenselijk zijn. Deze wijzigingen zullen dan onderdeel worden van het Belastingplan 2024.

Binnen de huidige BOR zal het kabinet schijnconstructies en oneigenlijk gebruik aanpakken. Onderdeel hiervan is het aanpakken van zogenaamde baby-bv’s. Ook zal er kritisch gekeken worden naar verhuurd vastgoed aan derden. Concreet betekent dit dat aan een ander verhuurde onroerende zaken voor de BOR en DSR sneller zal worden aangemerkt als beleggingsvermogen, en dus niet onder de vrijstelling voor ondernemingsvermogen valt. Onroerende zaken die worden gebruikt voor de eigen bedrijfsuitoefening blijven wel tot het ondernemingsvermogen behoren.

Onze verwachting is dat de faciliteiten ten aanzien van bedrijfsopvolging alleen maar soberder zullen worden. Heeft u concrete voornemens om het bedrijf over te dragen, kom dan nu in actie. U kunt hiervoor contact opnemen met één van onze medewerkers.