Sinds 1 juli 2017 is de opbouw van pensioen in eigen beheer niet meer mogelijk voor DGA’s met een B.V. Een mogelijkheid is om de opgebouwde middelen om te zetten in een oudedagsverplichting (ODV). De vraag rijst dan of de ODV belast is als deze bij een scheiding wordt overgedragen of omgezet naar de ex-partner. Onder scheiding verstaan wij hier, naast een normale echtscheiding, ook scheiding van tafel en bed en beëindiging van de samenleving.
De ODV wordt bij echtscheiding grotendeels hetzelfde behandeld als pensioen. Bij verdeling van pensioen (pensioenverevening) kunnen partijen afspreken dat de ex-partner recht krijgt op:
- een eigen deel van het pensioen (conversie);
- verevening van pensioen met rechtstreekse uitkering door de pensioenuitvoerder van een deel van het pensioen;
- voorbetaling van een deel van het pensioen door de uitkeringsgerechtigde.
Bij een ODV kunnen partijen dezelfde afspraken maken zonder dat dit direct fiscale consequenties heeft.
Overdracht ODV – Eigen oudedagsverplichting (conversie)
De fiscus gaat ervan uit dat er na het overdragen van een deel van de oudedagsverplichting aan de ex-partner, er bij deze ex-partner een eigen oudedagsverplichting ontstaat. Wanneer de uitkeringen hiervan moeten ingaan, is dan ook afhankelijk van de leeftijd van de ex-partner. De ex-partner kan in deze situatie zelfstandig kiezen voor omzetting in een lijfrente. Het overlijden van de DGA heeft geen gevolgen voor de ODV van de ex-partner. Bij overlijden van de ex-partner komen de uitkeringen toe aan de erfgenamen van de ex-partner.
Omzetting ODV – ex-partner aanwijzen als gerechtigde op uitbetaling van een deel van de ODV
Bij omzetting van de ODV verkrijgt de ex-partner slechts recht op uitbetaling van een deel van de ODV. De ODV blijft een aanspraak van de DGA. De ingangsdatum blijft dan ook afhankelijk van de AOW leeftijd van de DGA. De termijnen van de ODV worden rechtstreeks door de uitvoerder uitbetaald aan de ex-partner. Komt de ex-partner te overlijden dan komen de termijnen weer geheel toe aan de DGA. Deze optie lijkt op verevening van pensioenaanspraken.
Komt de DGA te overlijden dan eindigt de uitbetaling aan de ex-partner en komen de termijnen toe aan de erfgenamen van de DGA. Van de ODV is namelijk bepaald dat bij overlijden de uitkeringen moeten toekomen aan de erfgenamen (natuurlijk personen) van de ODV gerechtigde. Aangezien bij omzetten van de ODV de DGA de ODV gerechtigde blijft, zullen dit de erfgenamen van de DGA moeten zijn. Is dit niet het geval, dan wordt de ODV fiscaal onzuiver.
De ex-partner kan na het overlijden van de DGA daarom slechts in aanmerking komen voor (een deel van) de na het overlijden van de DGA uit te keren ODV termijnen, indien de ex-partner volgens het testament van de DGA erfgenaam is voor (een deel van) de ODV termijnen. Het omzetten van de ODV zal dan ook gepaard moeten gaan met het opnemen van de ex-partner als erfgenaam voor (een deel van) de ODV termijnen. Wordt dat niet gedaan, dan blijft de ex-partner met lege handen achter.
Doorbetalen
Ook kan bij echtscheiding worden afgesproken dat de DGA bij ingang van de uitkeringen een deel hiervan zal doorbetalen aan de ex-partner. In dat geval is kan de DGA de doorbetaalde uitkeringen aftrekken van het inkomen en zijn deze bij de ex-partner zelfstandig belast als periodieke uitkering en verstrekking. De situatie bij overlijden is gelijk aan de hiervoor genoemde variant waarbij de uitvoerder van de ODV-termijnen rechtstreeks uitkeert. Ook hier kan de ex-partner alleen in aanmerking komen voor (een deel van) de na het overlijden van de DGA uit te keren ODV termijnen, indien de ex-partner volgens het testament van de DGA erfgenaam is voor (een deel van) de ODV termijnen.
Bent u DGA en gaat u scheiden? Laat u dan goed adviseren. Wij helpen u graag verder.